‘Ik denk, dus ik verdwijn’

ELDERS – Mexico is al weken in de ban van massale protesten. Woedende studenten leggen universiteiten en belangrijke verkeersaders plat terwijl ze schreeuwen om het vertrek van president Enrique Peña Nieto. Wat is aan de hand? Een uiteenzetting door Dirk Lotgerink.

43 vermiste studenten

Tussen 20 en 26 september worden in de Mexicaanse deelstaat Guerrero verschillende demonstraties gehouden. Studenten van de links georiënteerde Escuela Normal Rural de Ayotzinapa, een Pabo op het arme platteland, roepen op tot massademonstraties en een optocht naar Mexico-Stad. Hier worden op 2 oktober herdenkingsceremonies gehouden voor ‘de slachtpartij van 1968’, toen een studentenprotest hardhandig door het leger werd neergeslagen en meer dan driehonderd demonstranten om het leven kwamen.

Maar om tot zo’n volkse optocht te komen eigenen de studenten zich stadsbussen toe en stelen zij benzine bij pompstations. Gestolen voertuigen worden zolang bij de school geparkeerd. De politie krijgt opdracht hard in te grijpen en enkele studenten raken gewond. Gefrustreerd en op zoek naar meer vervoersmiddelen, rijden de studenten naar de stad Iguala de la independencia, waar het op vrijdagavond 26 september helemaal mis gaat.    

Bij een poging een gestolen bus langs een barricade te krijgen, opent de politie het vuur en komt één student om het leven. Achtergebleven scholieren in Ayotzinapa sturen een extra konvooi om hun kameraden in Iguala bij te staan, maar tegen middernacht wordt ook deze groep aangevallen en vallen er nog twee doden. In de ontstane chaos kan slechts een aantal studenten vluchten of schuilen voor de kogelregen.

Wanneer de rust terugkeert en de politie de aftocht blaast, wordt de balans opgemaakt: onder de studenten vallen drie doden, 43 worden er vermist. Zij worden niet vastgehouden op het politiebureau, ieder spoort ontbreekt. Een toevallig passerende bus met daarin een voetbalteam uit de derde divisie wordt ook onder vuur genomen en twee inzittenden worden gedood. Een nietsvermoedende taxipassagier doet het totale dodental stijgen tot zes.                 

Burgemeester Albarca en het drugskartel
         
Al snel richt de beschuldigende vinger zich op de burgemeester van Iguala, José Luis Abarca, die als hoofdverantwoordelijke voor de tragedie wordt gezien. Hij zou opdracht hebben gegeven om de opgepakte studenten over te dragen aan het beruchte kartel van Guerreros Unidos, dat de studenten ook zou moeten laten verdwijnen.

Alberca’s vrouw, Maria de los Angeles Pineda, zou eveneens nauwe banden onderhouden met de Mexicaanse onderwereld en een hoofdrol hebben gespeeld bij het drama. Als vrouw van de burgemeester zou zij op 26 september een rapport over behaalde resultaten van de overheid presenteren, maar toen zij deze feestelijke aangelegenheid bedreigd zag door de demonstrerende studenten, zou juist zij de dodelijke opdracht hebben gegeven aan politie en kartel.

Na het incident slaan de twee op de vlucht, maar twee weken later wordt het echtpaar gevonden en opgepakt in Mexico-Stad. Het duo verklaart niet te weten waar de studenten zijn.

Ondertussen gaat de zoektocht naar de vermiste studenten verder en in oktober verschijnen verklaringen van opgepakte leden van het kartel, waaruit blijkt dat de drugsbende inderdaad 43 studenten heeft vermoord. Op basis van die uitspraken wordt ook een aantal massagraven ontdekt, maar geen van de gevonden lichamen blijkt toe te horen aan de vermiste studenten.

Volgens de laatste theorieën hebben leden van het kartel op een vuilnisbelt een genadeschot uitgedeeld en de lichamen vervolgens in brand gestoken. Overgebleven botresten zijn daarna vermoedelijk in een rivier gedumpt. Omdat verklaringen van politie, bendeleden en betrokken bestuurders echter uiteenlopen, blijven mensen hoop houden dat de studenten nog in leven zijn.

Enrique Peña Nieto
             
Sinds deze gebeurtenissen in september staat Mexico in brand. In grote steden worden massale protestacties gehouden en in Mexico-Stad is het centrale plein, het Zócalo, bijna dagelijks gevuld met een woedende menigte. Geschreeuwd wordt om gerechtigheid, om het terugvinden van de studenten, om het aftreden van de president.

Maar alle demonstraties ten spijt lijkt Mexico’s voorman Enrique Peña Nieto geen vin te verroeren. In de eerste weken na de incidenten gaf hij een aantal korte, weinig opzienbarende verklaringen, waarin hij zei dat hij er alles aan doet om de studenten op te sporen, dat de wet moet worden gehandhaafd, dat hij het geweld tijdens de demonstraties afkeurt.

Hoewel het doorvoeren van enkele drastische economische wetten tot de eerste grote wapenfeiten lijkt te gaan behoren, heeft de leider van de Partido Revolucionario Institucional op het gebied van veiligheid in twee jaar tijd niets gepresteerd. Mede daarom heeft hij op 25 november een plan van aanpak aangekondigd, in de vorm van een tiental punten die de centrale regering nog meer macht moet geven, zodat de federale politie in kan grijpen mocht het in de landelijke regio’s uit de hand lopen. Gemeentepolitie zal helemaal verdwijnen, corrupte ambtenaren moeten worden gecontroleerd, onder meer door middel van een website waarop openbaarheid wordt gegeven over overheidsgelden.

Het komt er op neer dat de centrale regering legaal kan interveniëren wanneer er in de regio iets gebeurt dat de staat niet bevalt. Naast ingrijpen bij de voortwoekerende drugsoorlog, kan het dus ook zonder problemen een opstandig volk de mond snoeren, of demonstraties tegen de regering verbieden.

Dat laatste is een doorn in het oog van de rebelse studenten, die door het hele land bijna dagelijks protestacties houden. In het van oudsher rustige en toeristische bergstadje Guanajuato, waar ik sinds 2012 woon en werkzaam ben, zijn studenten van de letterenfaculteit bezig met de vraag: wat kunnen wij doen? Het antwoord lijken ze te vinden in het bezetten van de universiteit en in het uitroepen van een algehele staking. Tijdens de bezetting van de trappen voor het klassieke hoofdgebouw, tonen studenten spandoeken met: ‘De staat heeft het gedaan’, ‘Weg met Peña Nieto’, en ‘Ik denk, dus ik verdwijn’. Op 22 oktober en 19 november wordt besloten om voor de universiteit te overnachten.
            
Toekomst

Niet eerder waren studentenprotesten zo massaal. Angst voor repressie lijkt plaats te maken voor hoop op een betere toekomst. Toch ziet die toekomst er niet direct rooskleurig uit. Het volk lijkt de aankondigingen van de president niet te accepteren, zo valt op te maken uit de onvrede die massaal wordt geuit op sociale media. Bovendien valt uit de verklaring van Peña Nieto geen enkele vorm van zelfkritiek op te merken, stellen de jongeren. De staat treft geen blaam lijkt hij te willen zeggen. En dus gaan de protesten door in de hoop dat de regering valt.

Mocht dat gebeuren omdat de president onder de druk van het volk bezwijkt, dan nog is het maar de vraag wat het land ermee opschiet. De belangrijkste politieke partijen worden allemaal achtervolgd door corruptieschandalen, waardoor grote sociaal-politieke verandering op korte termijn onmogelijk lijkt. Alternatieven zijn er niet.

En binnen de protesterende menigte lijken meningen ook al verdeeld. Er blijkt onenigheid over de te volgen koers, leiderschap binnen de studentenbeweging ontbreekt. Studenten van de rechtenfaculteit in Guanajuato willen de dialoog met de overheid aangaan, terwijl voor de letterenfaculteit een radicale benadering de enige optie is.

Op donderdag 20 november, nota bene de dag waarop jaarlijks de Mexicaanse revolutie van 1810 wordt herdacht, komt het in Guanajuato rond het middaguur tot een handgemeen waarbij studenten en professoren betrokken zijn. In Mexico-Stad lopen dezelfde dag protesten die vreedzaam waren begonnen uit op massale rellen.

Diezelfde donderdag pakt de menigte voor de Universiteit van Guanajuato om 18:00 uur haar biezen, maar niet voordat ik een jonge zegsvrouw nog een laatste waarschuwing hoor geven: ‘Loop naar huis in groepjes van ten minste vijf personen’. Eerder werden individuele studenten namelijk staande gehouden en maakte het leger foto’s van demonstrerende studenten. Ook persoonsgegevens werden genoteerd door de zwaar bewapende militairen.

Angst maakt zich weer meester van de aanwezige jongeren. Op de achtergrond verlaat een eerste groepje de demonstratie. Het spandoek met daarop ‘ik denk, dus ik verdwijn’, diep weggestoken in een verder lege schooltas.

Ondertussen broedt de president in Mexico-Stad op zijn volgende plan, het invoeren van een nieuw persoonsbewijs, en stelt hij een nationaal alarmnummer in, 911. Op sociale media verschijnen daarop talloze grappen, waaronder een zwartgallige dialoog tussen een telefonist van de in te voeren alarmcentrale en een bezorgde moeder: ‘Hallo, spreek ik met de politie? U hebt zojuist mijn kinderen ontvoerd.’

Bron: https://sargasso.nl/ik-denk-dus-ik-verdwijn/

Over Dirk Lotgerink

Dirk Lotgerink is docent Spaans, voetbaltolk en verhalenverteller. Hij schrijft over zijn avonturen in Latijns-Amerika, zijn reizen met een Volkswagen Kever door Mexico en het leven in Nijmegen. Als columnist voor De Gelderlander deelt hij zijn unieke blik op taal, cultuur en de mensen die hij onderweg ontmoet.