De stem van Evert ten Napel

De stem van Evert ten Napel dreunt na in mijn hoofd: ‘NEC is zojuist gedegradeerd uit de eredivisie’. Ik probeer verder te slapen, maar besluit even later toch richting koffiezetapparaat te sloffen en zo snel als Ryan Koolwijk de dag te beginnen. ‘Dat zullen ze niet leuk vinden, hier in Nijmegen, mooie stad verder, prachtige historie, daar niet van, mooie brug bovendien, over die ruige rivier…’. Rot op, Evert, ga met pensioen.

Na de eerste slok koffie besluit ik me ziek te melden. Wat moet ik anders? Gewoon aan het werk gaan en doen alsof er niets aan de hand is? Mijn leerlingen zouden me toch niet begrijpen als ik met tranen in de ogen Spaanse verleden tijdsvormen had uitgelegd. Vandaag geen grammatica, vandaag geen spreekvaardigheid. Vandaag godverdomme helemaal niks.

Ik vul de mok met het klassieke balkenlogo nog eens, let niet op en gooi hete koffie over mijn hand.   Waar ben ik met de gedachten? In de Goffert, nog steeds.  Ik staar naar een witte muur en drink zonder te proeven. Hoe heeft het zo ver kunnen komen? Wat moet er nu gebeuren? Kan het ooit goedkomen? Er is geen geld in de clubkas, er zit straks maar 3000 man op de verouderde tribunes en we hebben onze ziel, onze tradities, al vaker verkocht dan Marcel Boekhoorn een bedrijf. Op het stadionplein en in de binnenstad liggen ruiten aan diggelen, Nijmegen likt haar wonden.

Mijn gevallen held, Anton Janssen, zei gisteren zonder te stamelen voor de camera’s van Fox: ‘Dit is natuurlijk een dieptepunt in het bestaan van de club,  we hebben er alles aan gedaan maar dat is niet genoeg geweest’. Wat nou, ‘alles’?! Dat zooitje vreemdelingen op het veld gaat na de zomer aan de slag bij een club met een ander vlaggetje.  Wie gelooft dat zij echt alles hebben gedaan om deze ramp te voorkomen, is gek. Ik denk aan Roda-uit, Heracles thuis, alle tegendoelpunten in de laatste minuten. Wat nou, ‘alles’?!

Tijdens het derde bakkie durf ik pas mijn laptop open te klappen. Ik lees de verklaring van directeur algemene zaken, Bart van Ingen, maar zijn losse flodders doen me niks. Ik heb geen energie voor rancune, geen trek in haat, geen puf in reflectie: ‘De degradatie doet me meer dan de mensen denken, ik ben een jongen van de club, maar kijk nu vooruit en zie vooral een uitdaging en een kans om er samen wat moois van te maken. Samen is niet alleen’.

Ik ren naar de WC. De alcoholinname van gisteren om de ranglijst uit mijn geheugen te bannen was net zo verstandig als het plan van de investeerders om ‘talentvolle’ buitenlanders vast te leggen tijdens een hevig woekerende degradatiestrijd. Liters lauw bier dat zich in mijn maag vermengt met warme koffie kots ik in één keer uit. Citeerde Van Ingen nou echt die seniele opa uit All Stars? Samen is zeker niet alleen, maar samen hebben Ophof en Van Ingen ons alleen maar laten degraderen.

Met pijn in de maag en knallende koppijn keer ik terug onder de dekens. Voordat ik in een diepe slaap val hoor ik echter weer die stem, het akelige, monotone stemgeluid van Evert ten Napel, die harde werker met jarenlange staat van dienst voor nationale TV, met bijzinnen boordevol superlatieven en vooraf ingestudeerde stijlfiguren, want daar houden ze van, in het pittoreske Hilversum: ‘Sjonge jonge, NEC…, die schitterende volksclub uit Nijmegen, volgend jaar actief in de Jupiler League, hoe heeft dat in hemelsnaam kunnen gebeuren?!’

Bron: https://iendevrimde.wordpress.com/2014/04/14/de-stem-van-evert-ten-napel/

Over Dirk Lotgerink

Dirk Lotgerink is docent Spaans, voetbaltolk en verhalenverteller. Hij schrijft over zijn avonturen in Latijns-Amerika, zijn reizen met een Volkswagen Kever door Mexico en het leven in Nijmegen. Als columnist voor De Gelderlander deelt hij zijn unieke blik op taal, cultuur en de mensen die hij onderweg ontmoet.